Wang Shu-chin, die later de leiding overnam van de Chung-nan lineage van pa-kua en
hsing-i van Chang Chao-tung, was gedurende zijn jeugd, door Chang gestuurd om hen
te vertegenwoordigen tijdens een bijeenkomst om taji ‘terug naar de basis te brengen’
en actief deel te nemen aan het toevoegen van zowel hsing-i als pa-kua elementen.
In 1929, werd deze ‘nieuwe’ stijl van taijiquan ‘gecreëerd’ door de taiji Organiserende
Commissie van de Nationale Martial Arts Academie in Nanking. In het formuleren wat
zij noemden ‘Orthodox (cheng-tsung) taijiquan’ (ook wel tsung-ho, of Uitgebreide,
taijiquan genoemd) de commissie, werkend met de fundamentele principes van de interne
kunsten, namen de vecht componenten van de vijf toen heersende stijlen van taiji,
de Chen, Yang, Wu, Sun, en Wu (Hao) stijlen. De grote meesters van elke van deze
stijlen die zich verzameld hadden om deze vorm op te richten poogden de kunst van
taiji terug te vormen naar z’n oorspronkelijke ‘vecht kunstvorm. Deze vorm de nieuwe
Wu (vijf-vormen verenigd in een) tai-ji was geboren.
De voornaamste speciale kenmerken van wu-taijiquan zijn dat geen van zijn houdingen
enige nutteloze bewegingen (in termen van vecht toepassingen) bezit. Wang Shu-chin
speelde als een lid van die commissie een heel actieve rol, en was behulpzaam in
het toevoegen van de grondbeginselen van zowel hsing-i en pa-kua in de 99-poses lange
vorm. (Inderdaad, zelfs op de dag van vandaag, leren studenten in Wang's lineage
eerst taiji, en pas nadat zij zich dit meester gemaakt hebben wordt ze toegestaan
verder te gaan eerst naar hsing-i en dan naar pa-kua.)
De 99-pose vorm werd breed geaccepteerd (en zelfs enigszins geadapteerd) en onderwezen
door een aantal leraren, waaronder de beroemde Ch'en P'an-ling. Het is ook goed bekend
dat deze vorm van taiji de aller beste verdedigende en aanvallende bewegingen van
de vijf hoofd stijlen genomen heeft, en alle niet-krijgskunde elementen verwijderd
heeft.
De meest opvallende eigenschap van wu-taijiquan is dat het op zo’n manier gecreëerd
is dat de houdingen en de technieken zelf, wanneer correct uitgevoerd, het verschijnen
van een grote innerlijke kracht vergemakkelijken; dat is, zij helpen de beoefenaar
‘innerlijke kracht in circulatie te brengen.’
Bovendien, omdat wu-taijiquan zowel verdedigende als aanvallende elementen bevat,
wordt een tegenstanders aanval geabsorbeerd door de spiraal-vormige (cirkel-vormige)
beweging en begint de qi welke door zijn lichaam stroomt te verdwijnen. Wat begon
als een verdedigende houding is dus gelijktijdig een aanval welke de flow van qi
in de tegenstanders lichaam remt.
Gong fang hé yi (het samenvoegen van aanval en verdediging tot een eenheid).
Aanval wordt plotseling verdediging en verdediging plotseling aanval. Een beweging
kan aanval en verdediging zijn.
Om de videos van deze form te bekijken, klik op de afbeeldingen op de rechte kant